|
|
ZONDAG EH….. RUSTDAG (5-1-25)
ZONDAG EH….. RUSTDAG (5-1-25)
Morgen moet je werken toch, zei Liesanne bij het afscheid na de kerkenraadborrel. Nou, zei ik, ik noem het zelf eigenlijk nooit werken. Ik noem het ja, voorgaan. Ofzo. Ik ga morgen voor. Of eventueel: ik heb dienst. Het is feitelijk wel werk, maar zo voelt het niet. Ik heb altijd zin in de zondagmorgen. Een dienst leiden is heerlijk. Dat geldt voor de meeste van mijn collega’s, blijkt uit onderzoek. Bijna alle dominees vinden voorgaan het leukste om te doen. Gelukkig ook maar. Je hebt een zwaar leven als je er iedere week als een berg tegenop ziet.
Ondanks de sneeuw, die al vroeg in de morgen in vieze miezer was overgegaan en veel oudere gemeenteleden binnenshuis had gehouden, was de kerk fijn gevuld vanmorgen. Charlotte en ik hadden de dienst samen voorbereid. We hadden een interactieve vorm bedacht, waarin mensen met elkaar in gesprek konden gaan over de opdracht uit Filippenzen 4: laat u leiden door alles wat waar is, al wat edel, rechtvaardig, zuiver, beminnelijk en eervol is, kortom alles wat deugdzaam is en lof verdient. Het is dan altijd spannend: gaan ze dat ook dóen, dat gesprek? Ja hoor, dat deden ze, en wel onmiddellijk. Het werd een fijne, ontspannen en hoopvolle dienst. Later belde Ank, die altijd online meekijkt, om te zeggen dat ze er ook van afstand van genoten had. Ik lag toen zelf al voor Pampus op de bank. Want moet je horen. Ik ben 61. Twee avonden na twaalven naar bed. En zo’n dienst, die voelt dan wel niet als werk, maar na afloop ben ik wel altijd heel moe. Zeg maar alsóf ik hard gewerkt heb…..
Gelukkig kwamen de twintigers pas om vijf uur. Weer werden er schalen en pannen de pastorie binnengedragen; soep, couscous, hartige cake, salade. We hadden het over geloof en ongeloof, en onze voornemens: meer Bijbellezen, meer voelen, bewuster leven, vrijwilligerswerk gaan doen. En hoe we allemaal merken dat de belangstelling voor geloof toeneemt, juist ook onder jonge mensen. Alleen dan niet op de traditionele manier. Meer intuïtief, vanuit het hart. Zoals altijd waren de gesprekken eerlijk en persoonlijk.
Met Pasen hopen ze belijdenis te doen. Ik vind het een wonder.
Marijke van Selm
| terug
|
|
|
|
|
|