Psalm 42 (19-3-'20)
Psalm 42 (19-3-'20)
Zoals een hinde smacht
naar stromend water,
zo smacht mijn ziel
naar u, o God.
Mijn ziel smacht naar God,
naar de levende God,
wanneer mag ik nader komen
en Gods gelaat aanschouwen?
Tranen zijn mijn brood
bij dag en bij nacht,
want heel de dag hoor ik zeggen:
‘Waar is dan je God?’
Weemoed vervult mijn ziel
nu ik mij herinner hoe
ik meeliep in een dichte stoet
en optrok naar het huis van God -
een feestende menigte
juichend en lovend.
Wat ben je bedroefd, mijn ziel,
en onrustig in mij.
Vestig je hoop op God,
eens zal ik hem weer loven,
mijn God die mij ziet en redt
Mijn ziel is bedroefd,
daarom denk ik aan u,
hier in het land van de Jordaan,
bij de Hermon, op de top van de Misar.
De roep van vloed naar vloed,
de stem van Uw waterstromen -
al Uw golven slaan
zwaar over mij heen
Overdag bewijst de Heer mij zijn liefde,
’s nachts klinkt een lied in mij op,
een gebed tot de God van mijn leven
Tot God, mijn rots, wil ik zeggen:
‘Waarom vergeet U mij,
waarom ga ik gehuld in het zwart
door de vijand geplaagd?’
Mij gaat door merg en been
de hoon van mijn belagers,
want ze zeggen heel de dag:
‘Waar is dan je God?’
Wat ben je bedroefd, mijn ziel,
en onrustig in mij.
Vestig je hoop op God,
eens zal ik hem weer loven
Mijn God, die mij ziet en redt.
18 maart 2020
Avondgebed in de Dorpskerk Oostvoorne.
Jaco Schipper, piano
Marijke van Selm, voorganger
Filmpje met Jaco Schipper op de piano: Psalm 42
|