KLEINE LIEFDEDADEN (30-6-21)
KLEINE LIEFDEDADEN (30-6-21)
Liesbeth en Wilma konden allebei niet met me mee. Dat is het coronaspook, dat nog altijd rondwaart. Ze waren er in gedachten – en ze zullen er straks zijn. Nog heel lang, zo lang als nodig is. Voor deze kleine dappere vrouw die afscheid neemt van haar man. Nadat ze jarenlang de rit maakte naar het verpleeghuis waar hij na zijn hersenbloeding werd verzorgd. Klein is ze, en dapper, en vooral heel dankbaar dat ze dat al die jaren heeft kunnen doen, voor hem zorgen.
Ze was meestal in de diensten, vroeger, vóór de Covid. Daarna werd ze samen met Hilde een ‘minikerk’: gemeenteleden die bij iemand thuis naar de internetdiensten kijken. Ze was trouw. In alles. Terwijl haar man geleidelijk uit de kerk groeide, bleef zij komen. Er is veel te vertellen over de dingen die ze samen deden, maar hier liepen hun wegen in alle wederzijds respect uiteen. Ik hoefde hem echt niet te bezoeken in het verpleeghuis, zei ze, en als hij zou komen te overlijden, dan hoefde de dominee daar ook niets mee. Dat zou gewoon niet gepast zijn.
Nu is het zover gekomen, onverwacht. Dat hij is komen te overlijden. Klein en dapper is ze, maar ook verdrietig en alleen. Ik schuif op de achterste rij aan, in het crematorium. Maartje is ook gekomen, om mij heen zie ik meer gemeenteleden. We luisteren naar ‘Droomland’, uitvaartleider John spreekt warme woorden over liefde en saamhorigheid, over de troost van het droomland en over de rol van de kerk die in de loop van zijn leven verdween. Daarom zou het niet kloppen als de dominee hier gestaan had, zei hij, maar ze ís hier wel hoor!
Ja, ik wás er wel. Ik voelde het, als een steun in mijn rug, zei ze na afloop. Wij waren er, de mini-kerk om haar heen. Lijfelijk, in gedachten, in gebed. En met alle grote dingen die ik zo vaak over de kerk denk en vooral wens, veel te hoge latten, ik weet het best, met dat alles is dit misschien wel de kern van waar het om gaat. Met alle tekortschieten en gebrokenheid die de kerk aankleeft. Dat dit het is. Een minigemeenschap die bij elkaar hoort, in Godsnaam. Niet met grote woorden, maar in kleine gebaren. Op gewone dagen. En de ongewone, met een kist in het midden.
Kleine liefdedaden
Woordjes teer en zacht
Hebben vaak in ’t kleinste huis
’t grootst geluk gebracht
Marijke van Selm
(publicatie met instemming van de betrokkene….)
|