KOM SCHEPPER GEEST (14-8-21)
KOM SCHEPPER GEEST (14-8-21)
Ploubalay, Bretagne. Het is onze laatste avond. We hebben uitgebreid gegeten, de vriendin met wie ik de afgelopen weken langs de zee heb gelopen, de vriend die zich bij ons heeft gevoegd, en ik. Als we weer naar buiten komen begint het al te schemeren. De deuren van de grote kerk aan het plein staan open, er drijven klanken naar buiten, gitaarmuziek, gezang. Nieuwsgierig kijken we naar binnen, lopen dan gebiologeerd verder, gaan zitten op een achterste bank. De kerk is niet verlicht, alleen voorin brandt licht. Er zijn heel veel mensen, die zomaar een poosje blijven. Af en toe gaat iemand helemaal naar voren en knielt daar. Wij blijven achterin zitten, dat wil zeggen, vriendin en ik. Vriend blijft ergens achter bij de deur staan. Hij gelooft er niet meer in, zegt hij, al emotioneerde het hem wel toen vriendin en ik zongen in een stille kerk, ergens onderweg, een paar dagen geleden. En al gelooft hij niet meer in de hemel, zijn vader is daar wél.
Een paar banken voor ons een priester in zijn witte gewaad. Bij hem iemand die geknield en heftig aan het praten is, mijn collega buigt zich liefdevol naar hem over. Als de jongeman opstaat komt er meteen iemand anders voor hem in de plaats. Er zijn veel harten uit te storten. Ik weet het. Of we een beetje verder weg willen gaan zitten, gebaart de priester, vanwege de privacy. We doen het. En laten ons meenemen door de Taizé- en opwekkingsliederen die aan een stuk door klinken. ‘Veni Creator Spiritus’ wordt eindeloos herhaald, terwijl achter ons gebiecht wordt en de misdienaren door de schemerduistere kerk dwarrelen als kleine engelen. Want ze hoeven niet al die tijd stil te zitten. Af en toe melden ze zich bij de priester, maar ook zij blijven buiten gehoorsafstand. Er zit alweer een derde geknielde bij hem.
De dienst deint voort, mensen komen en gaan. Het is inmiddels helemaal donker. We stappen op, we moeten immers ook nog wijn drinken bij Monsieur Hubert, bij wie we logeren. We zoeken onze vriend, maar hij staat niet meer bij de deur. Buiten is hij ook niet. We vinden hem uiteindelijk helemaal vooraan in de kerk. Daar waar het licht is. Hij was nieuwsgierig, zegt hij. Daarom.
En ik denk. Goddank voor de biecht. Voor al mijn collega’s die luisteren. Goddank voor het licht, en voor de nieuwsgierigheid. Goddank voor de ruimte. Veni Creator Spiritus - kom Schepper Geest.
Marijke van Selm
|