Kees Hermis - De toren (25-05-23)
Kees Hermis - De toren (25-05-23)
De toren
Het moet een geschilderde droom zijn geweest,
was het vannacht?, dat de vonk van misverstand
insloeg en de babbeltoren die al stotterde bij
de bouw door roddel, reutel, wauwel vlam deed
vatten en in lichterlaaie zette
Een fluitend vuur doortrok leem, asfalt,
tichelstenen, smolt alle letters uit de spelling
van schimmel, molm en bederf, bladder- en
pleisterwerk van wit geverfde leugens hing
als roet en rook in een doodzwarte lucht
Verbrand was het lawaai van leeg hanengekraai,
het geklepper van de dronken ooievaar, het niet
aflatende gekakel van de opgeblazen kip
Ontknoopt de morsige wartaal in de gloed van
nasmeulende aarde, brulapen, macho’s, patsers
die hoog van de toren bliezen uit de tijd gewaaid
Toen het weer dag geworden was, de hemel
stralend, gereinigd, was het vandaag?, trad
er een dichter aan het licht, woordtimmerman
en –metselaar, bouwde met nieuwe woorden een
toren waarin hij ging wonen en schreef, dit gedicht
Kees Hermis
N.B.
Het gedicht ‘De toren’ is geschreven bij het rechterpaneel van het schilderij ‘De Hooiwagen’ van Jeroen Bosch. Hij maakte als kind een grote stadsbrand in Den Bosch mee en schilderde zijn toren als prooi van een laaiend vuur.
Het is niet onwaarschijnlijk dat deze schildering ook gaat over de toren van Babel (Genesis 11) en de onmiskenbare gevolgen van misverstand, wantrouwen en spraakverwarring.
Daarmee is zowel de geschilderde als de verwoorde versie van ‘De toren’ de tegenhanger van het Pinksterverhaal (Handelingen 2), waarin wind en vuur als een heilige Geestkracht mensen inspireert en maakt dat zij bij al hun verschillen elkaar als medemensen zien en verstaan.
K.H.
|