HEUP (18-2-22)
HEUP (18-2-22)
Ik ben niet dol op storm. Te onrustig om mijn hoofd heen. Vaak heb ik al de handen vol aan wat daarbinnen tekeer gaat. Maar ik hou wel van ná de storm. Vooral sinds ik hier woon, en geregeld op het strand te vinden ben. Stormen woelen vaak allerhande schatten om die op de zeebodem liggen, of aan schepen hangen, en brengen dat daarna aan land. Na storm Corrie vond ik mijn grootste fossiel tot nu toe, op het strand van Oostvoorne, dat zoals iedereen weet in die dagen tot aan de parkeerplaats bij Aan Zee onder water stond. Een heupbot, en een flinke. Misschien is er wel iemand die mij kan vertellen van wat (hopelijk niet: van wie)?
De heup, daar werd Jakob geraakt nadat hij worstelde met een ander, aan de oever van de Jabbok, in de nacht. Een geheimzinnig verhaal is het. We denken te lezen dat hij vocht met God, maar staat dat er echt wel? Als het God was, hoe kan Jakob dan gewonnen hebben? Of heeft hij gewonnen zoals een ouder een kind laat winnen? En als het God niét was, wie was het dan? Een engel? Een demon? Genoeg demonen immers, in het leven van Jakob!
Als alles voorbij is, in het vroege morgenlicht, krijgt Jakob een tik op zijn heup. Voortaan zul je mank lopen. En Israël heten. Je hebt wel gewonnen. Maar na deze nacht zul je nooit meer dezelfde zijn.
Zondag gaat de preek over Jakob, de Jabbok en de heup. Ik had al een prachtig voorgesprek over de tekst, met een paar gemeenteleden. Ik vertelde dat ik mij had gerealiseerd dat ik óók last van mijn heup heb, van beide eigenlijk, en dat ik daar soms een beetje mank van loop, en dat ik dacht, misschien komt dat ook wel door al dat geworstel met de Ander aan mijn eigen nachtelijke Jabbok. Ach, zei Els, pijn aan de heupen, ik denk dat de halve kerk daarover mee kan praten. Dank je Els. Mede namens de orthopedisch specialist!
Marijke van Selm
|