HET LEVEN IS MOOI (1-5-20)
HET LEVEN IS MOOI (1-5-20)
Vrijdagavond. Het werk is gedaan. Nou ja, nog niet helemaal, want de dienst voor zondag is nog niet af. Maar dat geeft niet. Zo gaat het vaker. Dat zal zich wel voltooien, ergens tussen nu en zondagmorgen. We hebben gegeten, zoon en ik, afhaaleten van de lokale horeca. Dat is er nog veel te weinig van gekomen.
Na het eten fiets ik een rondje Oostvoornse meer, in de stille avond. De regen is weldadig geweest, het groen is uitbundiger dan ooit. Al fietsend laat ik mijn gedachten gaan over de sollicitatiegesprekken die we de afgelopen dagen voerden, Liesbeth en ik, met kandidaat kerkelijk werkers. Ik mijmer over verwachtingen, over oordelen en loslaten, thema’s waarmee ik momenteel veel bezig ben. Ook bij het lezen van het boek van Etty Hillesum, de Joodse mystica die zich door de oorlog haar spirituele groei en haar geluk niet liet afpakken. Van haar zal ik zondag een tekst lezen. Over ja, verwachtingen, en oordelen, en loslaten. En dat je daar allemaal keuzes in hebt, ook al denk je van niet.
Onderweg kom ik een enkele fietser tegen. Langs de oever van het meer wat wandelaars, verderop windsurfers. Op de ronding van het meer stap ik even af, en wandel het zandpad af naar de slikken. Het Brielse gat heet het daar. Corrie vertelde me dat er op die plek nachtegalen te horen zijn, ik wilde dat ik hun geluid kon onderscheiden van al die vogelgeluiden die ik op deze plek hoor. Ik ben al zo lang van plan eens een vogelcursus te doen. Maar zelfs online komt het er niet van. Het geeft niet. Ik geniet toch. Van de vogels. Van de kitesurfers in de verte, op het Maasvlaktestrand dat tot mijn vreugde weer opengesteld is. Van de schitterende ondergaande zon. Van het heerlijke alleen zijn hier.
Nog een klein stukje door de duinen, en dan de lommerrijke lanen van het dorp waar ik nu woon. Nog altijd moet ik soms in mezelf grinniken: ik kom van de boerderij, ik hóór niet in een villa. En tegelijk weet ik ook heel zeker: dit is nu mijn thuis. Er zijn mensen en plekken waar ik nu al van ben gaan houden, en dat zal alleen maar meer worden. Ik hoor hier wél.
En ook nog dit. Er is veel wat niet deugt. In de wereld, in de mensen. Maar de vogels zingen. Het groen is uitbundiger dan ooit. Sommige mensen onderweg hebben mij zomaar vriendelijk gegroet. Thuis wacht het lamplicht, en een fijne rode wijn. Het leven is mooi, en waard om geleefd te worden.
Marijke van Selm
Filmpje nachtegaal
|