HET ALLEDAAGSE (8-6-20)
HET ALLEDAAGSE (8-6-20)
Ik las dit boekje, liturgie van het alledaagse, van Tish Warren.
Ik had het al een tijdje in huis, maar kwam er nu pas toe.
Dat kwam wel mooi uit, want het blijkt eigenlijk een echt coronaboekje.
Het gaat over God ontmoeten in de dagelijkse dingen.
Da’s een makkelijke kreet, want dat willen we allemaal wel, en misschien doen we dat zelfs ook wel, op de fiets enzo, door de duinen, of in een vriendelijk woord.
Maar Tish Warren maakt het nog veel concreter.
Zij legt de liturgie van de kerk over het dagelijks leven.
Niet het spectaculaire flitsende leven, maar het hele gewone leven van onopgemaakte bedden, verloren sleutels en relationele ergernissen.
Bijvoorbeeld.
Bij het wakker worden was altijd het eerste wat ze deed naar haar telefoon op het nachtkastje grijpen, schrijft ze.
En dan begon de dag meteen, met berichten en nieuws, de hele wereld in haar bed.
Dat is wat technologie met ons doet, schrijft ze.
Elk leeg moment van de dag wordt gevuld.
Met prikkels, geluid, bezigheden.
Ze besloot om de dag anders te beginnen, namelijk met het verbannen van de telefoon uit haar slaapkamer en het opmaken van haar bed.
Het opmaken van haar bed?
Ja, het opmaken van haar bed als een daad van aandacht.
In het scheppingsverhaal kwam God de chaos binnen en schiep orde en schoonheid.
Het opgemaakte bed werd een kleine daad van orde en schoonheid aan het begin van de dag, een moment om Hem dank te zeggen voor de nieuwe dag, zittend op de rand van het bed.
Heel even maar, twee minuten of zo.
Een daad van aandacht en toewijding aan de schepper, voordat ze de wereld binnenlaat.
Als een bemoediging en groet, het eerste woord dat altijd weer gezegd moet worden.
Onze hulp is in de naam van de Heer.
Bijvoorbeeld.
Hoe ze het kwijtraken van sleutels een liturgische plaats geeft.
Kwijtgeraakte sleutels in de liturgie?
Ja, kwijtgeraakte sleutels.
Dat gaat zo:
Ze staat klaar om de deur uit te gaan, lunchpakketjes, de kinderen jasjes aan, het is weer gelukt, de dag strak in de steigers, de eerste afspraak is al over een half uur.
En dan zijn de sleutels kwijt.
Nergens te vinden.
Vertwijfeling.
Ergernis.
Wanhoop.
Schelden, niet zo hard maar binnensmonds dan toch.
Vul maar in wat er met je gebeurt, als je je dag in de soep ziet draaien.
Maar vandaag bieden mijn verloren sleutels me een moment van openbaring, schrijft Tish Warren.
Ze leggen mijn verlorenheid bloot, en mijn misplaatste vertrouwen.
Als de dag mij toelacht en alles volgens plan verloopt, lijk ik een redelijk goed mens.
Maar kleine dingen gaan fout en onderbroken plannen openbaren wie ik ten diepste ben: ik vertoon barsten en zie hoezeer ik genade nodig heb.
We denken in de kerk veel te groot over schuld en genade.
Maar hierom gaat het: al die kleine dagelijkse momenten waarop we de controle verliezen, over onszelf, over ons bestaan, over onze gedachten.
En het besef, dat we genade nodig hebben.
Genade is een groot woord, misschien is het voor sommigen van jullie te groot.
Noem het dan vrede, of rust.
Of gewoon God.
Het besef dat je jezelf niet kunt helpen, al wil je dat nog zo graag.
Dat je dat mag erkennen.
En dat het niet erg is.
Omdat het je leert te groeien in vertrouwen op God.
Zo gaat het verder.
Van de manier waarop we met ons voedsel omgaan tot de ruzie in je gezin, waarbij ze als ondertitel heeft: de vredegroet brengen en het alledaagse werk van sjalom, tot het checken van email – zending en zegen – en het in de file staan als liturgische stilte.
Het gewone leven als een oefening in het leven met God.
Niet groots en meeslepend, maar in de dingen van de dag.
Dit is het eerste gedeelte van de overdenking in die feestelijke dienst van 7 juni. Het was de opmaat naar de zorgeloosheid, die ons wordt aangezegd door Jezus, in de Bergrede: maak je geen zorgen voor de dag van morgen. Want wie van ons kan door bezorgd te zijn ook maar één el aan zijn levensduur toevoegen?
Het zijn woorden die vandaag nog na-echoden in het gesprek zomaar buiten bij de Coöp. In berichten die ik ontving. En in harten en gedachten. Ook de mijne. Neem ze mee, koester ze. Wees aandachtig. En onbezorgd.
Marijke van Selm
|