Dopen (3-6-21)
Dopen (3-6-21)
Mijn eerste dopeling was Brent, de zoon van mijn nichtje Andrea en haar man Iulian. In de grote kerk van Zaltbommel. Dopen doe je in de eigen gemeente, daar waar de ouders thuis zijn. En eigenlijk ook met je eigen dominee. Maar voor deze speciale situatie werd een uitzondering gemaakt, en wel zo: de dienst werd geleid door de eigen dominee, maar Andrea’s tante mocht het doopgedeelte doen. Het is een speciale, dierbare herinnering voor me geworden. Op de laatste foto’s die ik van Brent zag, was hij aan het vissen met zijn vader en zijn broer. Bijna acht is hij nu alweer. De tijd gaat door, dat zie je vooral aan de kinderen.
De doop is een natte kus van God, hoorde ik ooit een dominee lachend uitleggen, voorafgaand aan het doopritueel. Ik vond dat mooi. En eenvoudig. Ik ben een groot liefhebber van eenvoudig. Want de dingen, ook de dingen van God, worden al vaak genoeg ingewikkeld gemaakt. God houdt van de mensen. Hij wil het beste voor hen. Hij wil het beste voor jou. Kom hier, een dikke zoen. En niet vergeten hè!
Ik weet echt wel dat er veel meer over gezegd kan worden, en misschien ook wel: moet worden. Ik werk niet voor niets aan een document met vragen en antwoorden die de leiding van de kinderkerk aanstaande zondag, als het over dopen gaat, als naslagwerkje kan gebruiken. En ook voor de grote mensen is er genoeg om over na te denken. Maar laten we alsjeblieft beginnen met die kus. En de eenvoud. God houdt van de mensen. Daar is het allemaal om begonnen.
O, en nu ik je toch spreek. Alle kinderen zijn dus uitgenodigd, aanstaande zondag, maar er kunnen nog genoeg grote mensen bij want we mogen weer vijftig mensen ontvangen in de dienst, in plaats van dertig. Stuur je ook nog even een doopfoto op? Van jezelf, je kind, je neefje? En dan mogen we ook nog met zijn allen zingen! Niet álle liederen, een paar. Maar toch! Wat zie ik dáár naar uit!
Marijke van Selm
Filmpje
|