COMING OUT (9-10-20)
COMING OUT (9-10-20)
Ik heb eigenlijk nooit getwijfeld aan mijn seksuele voorkeur. Mijn vlinders fladderden altijd om iemand van het andere geslacht, ondanks dat er wel seksegenoten geweest zijn die me gevraagd hebben of ik misschien eens een uitzondering kon maken. Maar nee. Ik ben echt zeker weten ‘gewoon’ hetero. Ik heb dus nooit ergens voor uit hoeven komen, mij is nooit gevraagd wanneer ik wist dat ik op jongens viel, er was nooit de donkere wolk van expliciete Bijbelteksten, nooit het hoge woord, nooit het oordeel.
Wel waren er het grootste deel van mijn leven waren allerlei voorkeuren om mij heen. Een dierbare vriendschap die al meer dan veertig jaar duurt. Collega’s in de zorg, en later in de kerk. Gemeenteleden natuurlijk ook. En er is het prachtige verhaal van mijn vriendin, en haar zoon. ‘Als die later met een meisje thuiskomt sturen we hem terug’ zeiden we al toen hij kleuter was. Op een dag was het zover: aan tafel sprak hij zich uit, hij was nog jong toen, veertien of zo. Eindelijk, juichte zijn moeder, en ze feliciteerde hem en zoende hem en ’s avonds kreeg ik het feestbericht in kapitalen: C IS UIT DE KAST GEKOMEN!!!
Een hartverwarmend verhaal ja. Waren alle uit-de-kastverhalen maar zo. Maar het is tegelijk ook een beetje verdrietig. Want de andere zoon hoefde nergens voor uit te komen. Hij was ‘gewoon’. En toen mijn vriendin, jubelend van vreugde, later een oudere collega aansprak omdat ze haar blijdschap wilde delen, met de woorden: jij bent toch ook homo? deinsde hij, mét zijn hele weerbarstige levensverhaal, terug: niet zo luid, en niet zo feestelijk!
Nou ja. Dat dus. Omdat het weerbarstig is, en niet altijd feestelijk. Omdat ik geloof in een inclusieve samenleving en een inclusieve kerk. Omdat ik mij dat geloof niet laat afnemen. Omdat ik zo graag zou willen dat iedereen ‘gewoon’ is. Gewoon mens voor God. Zoals ik zelf mens voor God mag zijn, met al mijn eigen weerbarstigheden. Daarom dus. Wappert aanstaande zondag bij de kerk die ik dien de regenboogvlag. In verbondenheid met alle bijzonder gewone mensen.
Marijke van Selm
|