BREEKBAAR II (18-12-21)
BREEKBAAR II (18-12-21)
Wat moet ik toch van u denken? Op sommige vragen reageert u nauwelijks, lieve gemeente van Oostvoorne. Afval rapen bijvoorbeeld, dat ging u echt niet doen, ook al vroeg ik er verschillende keren om afgelopen zomer. Maar als het om glaswerk gaat, dan bent u van de partij. En hoe! Dat verraste me vorig jaar. En dit jaar gaat het weer precies zo. Het is inmiddels een komen en gaan van mensen die potjes komen brengen in de portiek van de pastorie, soms een paar, soms een hele tas vol. Allemaal glaswerk, al dan niet met deksel, al dan niet met het etiket er nog op (waarmee ik meteen een mooi inkijkje krijg in uw eetgewoonten: heel veel jam en pastasaus, maar ook appelmoes, doperwtjes, olijven en harissa).
Heb je al genoeg, vroeg iemand? Nee, we hebben nog lang niet genoeg, we hebben honderden lichtjes in voorraad, en voor ieder lichtje hebben we een potje nodig. Honderden potjes. Dus ga maar door, het is allemaal welkom. En weet dat elke keer als u iets voorzichtig rinkelend in die krat zet, het ook zachtjes rinkelt in mijn hart. Van blijdschap en van dankbaarheid. Omdat, met alles wat we ook nu weer moeten loslaten, met alles wat ook nu weer zo breekbaar blijkt te wezen, er toch zoveel licht is, en verlangen naar licht. En omdat we dat dus delen. Verlangen naar licht. In breekbaar glas.
Zo zal het dus zijn. Een breekbare kerst. Zó heb je het in je handen. Zó valt het eruit, in stukken, en moet je redden wat er te redden valt. Maar het licht zal branden, honderdvoud. En met dat licht houden we het verlangen levend. Naar een nieuwe tijd, die al begonnen is daar waar mensen delen. Geloof. Hoop. Liefde. En breekbaar glas. We houden elkaar vast. En door alles heen, altijd, hoe dan ook. Is het vooral dit wat ons draagt: dat we vastgehouden wórden.
Marijke van Selm
|