BETERE TIJDEN (1-4-20)
BETERE TIJDEN (1-4-20)
Daar moeten we maar op wachten. Het wordt moeilijker, voor velen, dat merk ik best. Nu al, en we moeten nog zo lang! Nog zo lang binnen blijven, nog zo lang de kinderen over de vloer, nog zo lang op jezelf en op elkaar aangewezen. Nog zo lang je niet gek laten maken door al die cijfers en voorspellingen, de doem- en de droomscenario’s.
Elke dag bid ik om zegen. Dat deze dag gezegend mag zijn. De dingen die ik doe, de dingen die we doen. De dingen die gebeuren. Ik weet niet wat de toekomst brengt. Niemand weet dat. Evenmin behoor ik tot degenen die geloven dat de wereld en de mensheid na deze catastrofe beter zal zijn en hiervan geleerd zal hebben. Hooguit zijn we ánders. Maar hoe dan. En wat. Geen idee. Ik wacht, en vertrouw, en bid en werk.
Hoe dan ook is nu de lucht schoner. En de meeste mensen zijn aardiger. Er is veel om dankbaar te zijn, ook nu. Ik bid om zegen. En ik bid dat we het uithouden, met elkaar. Dat we zorgen en verdriet delen en elkaar dragen. Dat we in elkaar blijven geloven, zoals God in ons gelooft. Ik bid dat we de rust en het vertrouwen hebben om te wachten op betere tijden, en ons te voegen naar deze.
Vandaag bedacht ik alweer een variant op het raambezoek: het tuinbezoek. Dat kan alleen als je een beetje de ruimte hebt natuurlijk. En dat heeft Anita. Ze stond net op het punt om te gaan wandelen met haar kinderen en Els, maar wat was het fijn elkaar even te zien en te spreken, terwijl de kinderen voetbalden en we door de struiken een hertje zagen wegrennen. Alles is zoveel rustiger, zei Anita, en stil! De natuur ademt op. Na de ontmoeting bij Anita dacht ik, ik ga precies hetzelfde doen bij Liesbeth, maar die kwam ik al onderweg op de fiets tegen. Toen hebben we gewoon ter plekke bijgepraat, over de weg heen, terwijl de auto’s en de fietsers tussen ons door reden, het kon precies qua anderhalve meter. Ja, zo kan het dus gewoon ook. Als het weer meezit. En dat doet het.
Ondertussen is de zoon van onze voorzitter, die afgelopen weekend nog zo ernstig coronaziek was, thuisgekomen om verder aan te sterken. We baden voor hem, zondag in de dienst, en velen deden dat ook thuis en toonden hun betrokkenheid. Vandaar dat ik hier in overleg met hen maar even het goede nieuws doorgeef. Jan en Liesanne gaan hem komend weekend een raambezoek brengen. Wie had een maand geleden kunnen bedenken dat een mens met zo weinig zo intens gelukkig zou kunnen zijn. En dankbaar.
Dus. Laten we het zo maar doen. Bidden om zegen, elke nieuwe dag. En ze tellen, de zegeningen. Elke dag.
Marijke van Selm
PS ik heb natuurlijk vooraf gevraagd of iedereen met haar hoofd op internet wilde hè. Dus.
|